Afhankelijk van de leeftijd van de nieuwkomersleerling, kies je voor spelling groep 3-4, groep 5-6 of groep 7-8. De leerlijn spelling is zo samengesteld dat er ingezet kan worden op het maken van een inhaalslag, zodat de leerling een zo goed mogelijke aansluiting kan maken bij zijn leeftijdsgenoten in het reguliere basisonderwijs.
Het is belangrijk om bij het leren spellen bij een nieuwkomersleerling, rekening te houden met het verschil in klank, uitspraak en schrift tussen de thuistaal en de Nederlandse taal.
Meer informatie: moedint2.nl
Kan de leerling voor dit vakgebied aansluiten bij de leerstof van de leeftijdsgenoten in het regulier onderwijs? Stap dan af van deze LOWAN-leerlijn. De leerling gaat verder met de reguliere leerdoelen, waarbij de referentieniveaus als uitgangspunt worden genomen.
Wat zijn de ronde cirkels naast de doelen met DLE en een getal erin?
De DLE-cirkels die naast de doelen staan geven een indicatie van een DLE. Als een leerling die betreffende doelen beheerst, is dat te vergelijken met ... DLE. Let op: het is een indicatie. De DLE-cirkels bij de doelen zijn geen harde normen. Het zijn handvatten om bijpassende leerstof en toetsen te kiezen. Bij de vakgebieden rekenen, technisch lezen en spelling staan de DLE-cirkels. Hieronder een korte uitleg.
Bijpassende leerstof kiezen
De DLE-cirkels als handvat om bijpassende leerstof te kiezen. Bijvoorbeeld: de doelen die tussen DLE 30 en
DLE
40 staan, sluiten aan bij de leerstof van groep 6. Er kan dan voor desbetreffend vakgebied een methode van
groep
6 als bron worden gebruikt.
Bij het onderwijs aan nieuwkomers is het belangrijk dat je het onderwijs afstemt op de onderwijsbehoeften
van
nieuwkomersleerlingen. Indien mogelijk wordt er versneld door de leerstof, zodat de leerling een goede
aansluiting kan maken bij zijn leeftijdgenoten in het regulier onderwijs.
Bijpassende toetsen kiezen
De DLE-cirkels als handvat om bijpassende toetsen te kiezen. Bijvoorbeeld: om naast wat de leerkracht
waarneemt,
observeert en monitort tijdens de lessen ook te toetsen geeft DLE 40 aan dat er een toets van groep 6 kan
worden
gebruikt. Dit kan een methode of methode-onafhankelijke toets zijn.
Bij nieuwkomers is het belangrijk dat je de toetsopbrengsten op een passende manier interpreteert. De toets
kan
bijvoorbeeld te talig zijn, omdat er nog niet voldoende kennis is van de Nederlandse taal. Maak op
schoolniveau
afspraken hoe je hiermee omgaat. Denk aan: mag de leerling bijvoorbeeld een vertaalapp gebruiken bij
rekenen of
lees je toetsen voor of mag een leerling naar betekenis van woorden vragen als hij/ zij het niet begrijpt,
van
welke toets wordt er gebruik gemaakt etc.
Leg in je schoolbeleid afspraken over (meertalig)toetsen vast. Geef uitleg over de opbrengsten bij
doorstroom
naar het regulier onderwijs.
De voorwaardelijke doelen zijn de doelen die voorwaardelijk zijn om de minimum- en streefdoelen te kunnen behalen en vormen de basis.
De minimum doelen zijn de doelen die alle nieuwkomersleerlingen in het eerste jaar dat zij onderwijs in Nederland volgen ten minste moeten behalen. Lukt dit niet dan is het erg belangrijk om extra na te gaan welke onderwijsbehoeften de nieuwkomersleerling heeft en waarom deze leerling zich minder snel ontwikkelt m.b.t. desbetreffend vakgebied.
De streefdoelen alle leerlingen zijn de doelen die voor alle nieuwkomersleerlingen in het eerste jaar dat zij onderwijs in Nederlands volgen worden nagestreefd.
De extra streefdoelen zijn de doelen voor de leerlingen die meer aankunnen, nog sneller door de leerstof kunnen of die over veel onderwijservaring, vaardigheden en kennis beschikken.
De leerling moet zich ervan bewust zijn dat klanken op elkaar lijken, maar verschillend in uitspraak en betekenis zijn. Denk aan man/maan of rok/rook. Bewustzijn van verschillende klanken is noodzakelijk om goed te leren lezen en spellen en voor de betekenisverlening aan woorden. Denk aan keuken/kuiken.