Dit domein bevat de leerlijn voor de leeftijd 6-12 jaar, groep 3-8. De voorwaardelijke doelen hangen nauw samen met luisteren met begrip, doel van lezen met begrip en de relatie tussen gesproken en geschreven taal. Voorwaarden van lezen met begrip, waarvan het niet vanzelfsprekend is dat deze aanwezig is bij nieuwkomersleerlingen.
Kan de leerling voor dit vakgebied aansluiten bij de leerstof van de leeftijdsgenoten in het regulier onderwijs? Stap dan af van deze LOWAN-leerlijn. De leerling gaat verder met de reguliere leerdoelen, waarbij de referentieniveaus als uitgangspunt worden genomen.
Herhaal voortduren bij lezen met begrip de volgende woorden:
Groep 3/4 niveau: bladzijde, woord, zin, titel, hoofdstuk, regel
Groep 5/6 niveau: lettertype, alinea, kopje, standpunt, argument, feit, mening, tekstsoorten, genres,
betekenis, symbool, signaal, synoniem, context, letterlijk, figuurlijk, uitdrukking, spreekwoord,
gezegde.
Groep 7/8 niveau: paragraaf, hoofdgedachte, tekstthema
De voorwaardelijke doelen zijn de doelen die voorwaardelijk zijn om de minimum- en streefdoelen te kunnen behalen en vormen de basis.
Met de leerlingen een recept lezen om iets lekkers te maken. Begrijp je niet wat je leest dan zal het mislukken.
Deze foto wordt nog aangeleverd (moet nog worden gemaakt)
De minimum doelen zijn de doelen die alle nieuwkomersleerlingen in het eerste jaar dat zij onderwijs in Nederland volgen ten minste moeten behalen. Lukt dit niet dan is het erg belangrijk om extra na te gaan welke onderwijsbehoeften de nieuwkomersleerling heeft en waarom deze leerling zich minder snel ontwikkelt m.b.t. desbetreffend vakgebied.
Maakt een tekening over de tekst. Kinderen praten in thuistaal over de tekst.
De leerling heeft achtergrondkennis mee in zijn thuistaal. Deze achtergrondkennis is vanwege de taalbarrière moeilijk waarneembaar door de leerkracht en andersom nog moeilijk te uiten door de leerling. Het IJsbergmodel van Jim Cummins is hiervan een weergave. Het centraal onderliggende kennisreservoir laat zien dat onder de uitingen in de verschillende talen er één kennisreservoir ligt dat de verschillende talen voedt en het fundament is voor het aanleren van een nieuwe taal. Daarmee ook het fundament om tot begrip te komen van te lezen teksten. Denk bij het stimuleren van ‘het leggen van relatie met achtergrondkennis in de thuistaal bij het lezen van een tekst’ aan tijd/ruimte geven om na te denken en ruimte geven om met een taalgenoot in gesprek te gaan over de gelezen tekst.
Nieuwkomersleerlingen hebben in hun thuistaal al diverse achtergrondkennis en verschillende concepten aangelegd. Deze kennis vormt de basis om te begrijpen wat je leest. Het activeren van de achtergrondkennis is daarmee extra belangrijk bij nieuwkomersleerlingen. Een aantal voorbeelden: concrete voorbeelden; afbeeldingen; filmpje; verhaal laten voorlezen in thuistaal; tekst vertalen in thuistaal en laten lezen.
Op die manier kunnen nieuwkomersleerlingen worden meegenomen in teksten die aansluiten bij hun leeftijd en belevingswereld.
Laat dit herhaald aan bod komen door bij iedere tekst dat gelezen wordt samen met de leerlingen na te gaan wel tekstsoort het is.
Laat leerlingen verschillende teksten of boeken sorteren.
Tip: Werk je met Wereld vol Woorden thematisch dan komt dit in het thema ‘Boekeloeren’ expliciet aan bod.
De streefdoelen alle leerlingen zijn de doelen die voor alle nieuwkomersleerlingen in het eerste jaar dat zij onderwijs in Nederlands volgen worden nagestreefd. Deze doelen zijn daarmee de richtlijn van wat er na één jaar onderwijs kan worden verwacht.
Deze foto wordt nog aangeleverd (moet nog worden gemaakt)
De extra streefdoelen zijn de doelen voor de leerlingen die meer aankunnen, nog sneller door de leerstof kunnen of die over veel onderwijservaring, vaardigheden en kennis beschikken.