ISK uitstroomprofielen, leerlijnen en NT2 streefniveaus
Na een verlengde intake worden leerlingen aan een leerlijn gekoppeld. De beoogde eindniveaus van de uitstroomprofielen geven richting aan het onderwijsaanbod.
Uitstroomprofielen en leerroutes
De leerroutes bestaan uit acht uitstroomprofielen en geven de verschillende onderwijsloopbanen van de ISK-leerlingen weer. Streefniveaus NT2, vakkenpakket, passende aanpak etc.
Verlengde intake
Gedurende de eerste onderwijsperiode verzamel je informatie over hoe snel een leerling iets oppikt, de leerbaarheid en de instructiegevoeligheid van een leerling. Zo kom je tot het juiste uitstroomprofiel en leerroute.
Leerlijn Alfabetisering
Analfabeten moeten eerst gealfabetiseerd worden in het westers schrift voordat ze in een van de leerroutes geplaatst kunnen worden. De Leerlijn Alfabetisering bestaat uit een overzicht van streefdoelen en beschrijvingen van lesmaterialen.
LOWAN NT2 Startpakket
Met het lessenplan kun je als (startende) ISK en NT2 docent direct aan het werk. Ook geschikt voor de kort-verblijvende doelgroep nieuwkomers (bijv. POL). Het lessenplan omvat suggesties voor de eerste acht weken. Elke week wordt er gewerkt rond een thema.
Toetsing
Van intake, instroom tot door- en uitstroom vormt toetsing een belangrijk instrument in de loopbaan van de ISK-leerling. De NT2 toetsing vormt de hoofdmoot binnen de ISK. Het Raamwerk NT2 is gebaseerd op het ERK (Europees Referentiekader).
LOB
Loopbaanontwikkeling (LOB) zorgt ervoor dat jongeren beter weten wie ze zijn, welke talenten ze hebben en op welke plek deze talenten het best tot zijn recht komen. Juist ook voor jongeren die nog niet lang in Nederland zijn is het belangrijk deze zaken te ontdekken.
Video's
De ISK en het Nederlandse onderwijssysteem
Video’s geven een beeld van de ISK in relatie tot het Nederlandse onderwijssysteem. Ze zijn in vele talen beschikbaar.
Deze video’s zijn bedoeld om in en buiten de ISK mee te werken. Uitermate geschikt voor leerlingen en ouders die het Nederlands niet goed beheersen en meer willen weten van de ISK en het Nederlandse onderwijssysteem.
Leerlijnen
Veelgestelde vragen
-
Wat is het doel van de verlengde intake? (vergeleken met één intakemoment aan de start van het onderwijstraject)
In de ISK wordt ernaar gestreefd dat leerlingen zo goed en zo snel mogelijk kunnen doorstromen naar het vervolgonderwijs of een werkplek. Om een leerling hierop voor te bereiden moet het onderwijstraject in de ISK aansluiten bij de mogelijkheden van de leerling.
Het is daarom van belang al aan het begin van het onderwijs in de ISK snel een zo duidelijk mogelijk beeld van de leerling te krijgen. Wat kan en weet de leerling al, wat heeft de leerling nodig, wat kan de leerling bereiken?
Een verlengde intake van 4 – 8 weken kan dit mogelijk maken: je benut de eerste onderwijsperiode om verschillende kenmerken, vaardigheden en het leergedrag van de leerling in kaart te brengen. Het idee van de verlengde intake is dat leerlingen niet op één moment maar een langere tijd worden gevolgd om beter zicht te krijgen op wat de leerling kan, wil. In die periode kun je een inschatting maken van wat je verwacht dat de leerling kan bereiken, naar welk type onderwijs de leerling kan doorstromen en in welke leerroute hij dit niveau kan behalen.
Lees meer over de verlengde intake en observatieformulieren -
Wat is het verschil tussen het Raamwerk NT2 en de referentieniveaus taal van Meijerink (de F-niveaus) ?
Het Raamwerk NT2 is speciaal voor NT2-leerders samengesteld en gebaseerd op het ERK (Europees Referentiekader). Het is de nationale standaard om niveaustappen te beschrijven bij het leren van een tweede taal. De Referentieniveaus taal, zeg maar de F-niveaus, zijn voor moedertaalsprekers van het Nederlands ontwikkeld om een doorlopende leerlijn tussen de verschillende onderwijstypen tot stand te brengen.
Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen beide raamwerken.
Toetsing op ERK of Meijerink
• A2 = sterk vergelijkbaar met 1F
• B1 = sterk vergelijkbaar met 2F -
Kun je wat meer uitleg geven over de Europese taalniveaus?
Om het taalonderwijs op elkaar af te stemmen, met elkaar te kunnen vergelijken en taalniveaus te kunnen inschatten is het Europees referentiekader voor de talen vastgesteld. Voor het meten van het taalniveau wordt gebruik gemaakt van dit Europees referentiekader van het CEFR. Dit is een richtlijn voor de verschillende talen om het taalniveau te beoordelen. Het referentiekader is van toepassing op alle talen.
Op de website van de Taalbrigade vind je nadere uitleg.
Bureau ICE heeft de uitleg voor de Referentieniveaus van het Raamwerk NT2 ERK op een rij gezet. Deze referentieniveaus gebruikt LOWAN bij de Uitstroomprofielen en streefdoelen NT2.
-
Onze school heeft te weinig leerlingen om voor alle routes één groep te maken. Hoe kunnen we de leerlijnen dan gebruiken?
Het is inderdaad het mooiste als je aparte groepen kunt maken, maar dat zal vaak niet lukken. In dat geval zul je combinaties moeten maken. Je kunt dan bijvoorbeeld leerlingen die wel in dezelfde route zitten, maar de verschillende leeftijdsgroepen bij elkaar zetten.
Of juist leerlingen van dezelfde leeftijd bij elkaar zetten, maar uit verschillende routes. Dat betekent dat de leerlingen een verschillende leerlijn hebben en gedeeltelijk verschillende programma’s. Maar er zal ook overlap zijn en op sommige momenten kunnen de leerlingen ook van elkaar leren. Belangrijk is dat de leerling een voor hem zo optimaal traject volgt met een duidelijk uitstroomperspectief en een bijpassend onderwijsprogramma. -
Hoe sluiten de streefdoelen NT2 aan bij de instroomeisen van het vervolgonderwijs?
We hebben met elkaar gekeken naar wat een realistisch taalniveau is dat de leerling in een bepaalde periode kan halen, ook gebaseerd op ervaringen in de praktijk. Dat hebben we naast de taalniveaus in het reguliere onderwijs gelegd. Het is lastig om dat direct aan elkaar te koppelen, want het heeft bijvoorbeeld ook te maken met de klas waarin een leerling instroomt.
Lees meer bij Doorstroom en de NT2 handreiking ‘O jee een NT2 leerling in de klas’ voor docenten regulier VO en MBO
We gaan er echter van uit dat de taalverwerving van de leerling wordt voorgezet in het reguliere onderwijs. De leerling is nog niet ‘klaar’ als hij de ISK verlaat. Juist in de echte schoolse omgeving van het reguliere onderwijs zijn veel aanknopingspunten om de taal beter te leren. Daarvoor is het natuurlijk wel van belang dat docenten in het reguliere onderwijs taalstimulerend lesgeven en de leerling de ruimte krijgt om nog een ‘tweede taalverwerver’ te zijn. Je kunt een leerling van 14 jaar die twee jaar in een ISK heeft gezeten en instroomt in de 2e klas van het vmbo, niet gelijk stellen aan een van zijn klasgenootjes en het Nederlands als moedertaal heeft (al 14 jaar). De ISK is de start en er ligt ook een inspanningsverplichting bij het vervolgonderwijs. De leerlingen zullen na twee jaar al vrij vloeiend het alledaagse taalgebruik kunnen gebruiken, de verwerving van de schooltaal duurt vaak veel langer. -
Veel ISK’s ervaren dat leerlingen bij doorstroom naar het mbo vaak instromen in Entree. In de leerlijnen zijn alle mbo opleidingen opgenomen. Gaat dat wel zo werken?
In de praktijk blijkt dat veel mbo-scholen opleidingen hier heel verschillend mee omgaan. Het blijkt dat het taalniveau van de leerlingen de scholen schrik aanjaagt. Terwijl het juist voor de leerlingen uit de ISK zo belangrijk is door te stromen naar een opleiding waarin ze heel gericht hun taalvaardigheid verder kunnen ontwikkelen. Je leert de taal juist beter in een omgeving waarin je hem meteen kunt gebruiken en dat is natuurlijk in een opleiding. Een combinatie van geïntegreerd taal en vakonderwijs. Dat vraagt natuurlijk iets van het vervolgonderwijs.
Samen met de MBO-Raad kijkt LOWAN, met ISK’s, OCW en VO-Raad, hiernaar. Doel is echt om hoger in te laten stromen. Het is echt van belang dat de ISK-leerlingen niet naar Entree doorstromen als ze niveau 2-4 haalbaar is. Wellicht kan ook het Staatsexamen NT2 hier iets in betekenen en kun je in de ISK leerlingen hierop voorbereiden zodat ze hoger kunnen doorstromen.
Wellicht kan examinering NT2 in het MBO (in plaats van Nederlands) en de onderwijsroute van de nieuwe wet Inburgering in de toekomst ook veel betekenen! -
Sommige scholen kiezen ervoor leerlingen van 16+ door te laten stromen naar de havo of het vwo. In de leerlijnen hebben jullie gekozen voor doorstroom naar mbo 3-4. Kun je daar iets over vertellen?
We hebben leeftijd gebruikt om een verdeling in leerlijnen aan te brengen. De gedachte is dat de contexten en daarmee de leerinhoud van jongeren anders is dan voor oudere leerlingen. Maar ze hoeven niet stringent gehanteerd te worden wat leeftijd betreft.
Lees meer over de samenwerkings- en detacheringsmogelijkheden
We hebben de grootste gemene delers gepakt, en dat is dat oudere leerlingen kunnen doorstromen naar het mbo of hbo-schakel. Maar doorstroom naar 4 HAVO en VWO kan best natuurlijk met een 17/18-jarige. De leerlijn (route 3, 12-16 jaar, bovenbouw) kun je daarvoor gebruiken. In de grote steden is het ook mogelijk hiervoor een groep voor samen te stellen. Bij de kleinere ISK’s kan dat natuurlijk lastiger zijn. Wellicht kan samenwerking tussen ISK en VO-VAVO-MBO ook uitkomst bieden.