main-logo
Taaldenkgesprekken
Taaldenkgesprekken

Taaldenkgesprekken en NT2-ontwikkeling

Wat is een taaldenkgesprek precies? En waarom zou je zo’n gesprek met nieuwkomers moeten voeren? Ontdek hoe een leerling in gesprek al doende taal leert.

Taaldenkgesprekken en NT2-ontwikkeling

Wat is een taaldenkgesprek precies? En waarom zou je zo’n gesprek met nieuwkomers moeten voeren? Ontdek hoe een leerling in gesprek al doende taal leert.

  • Wat is een taaldenkgesprek?

    Actief meedoen, actief meedenken en actief meepraten. Daar gaat het om in een taaldenkgesprek. Een krachtige kwestie vormt het startpunt:

    Je geeft een feestje in het park. Alles ligt klaar, maar opeens begint het te regenen…

    We hebben op het nieuws gezien dat er een groep jongens vastzit in een grot in Thailand. Hoe zouden ze gered kunnen worden?

    Leerlingen denken en praten in een klein groepje met elkaar en de leerkracht. Het is een echt, uitdagend gesprek: iedereen is nieuwsgierig naar wat de ander denkt. Leerlingen wisselen ideeën uit met elkaar en met jou. Ze gaan door op elkaars ideeën, bouwen deze ideeën samen verder uit. Al pratende komen ze tot nieuwe inzichten en kennis.

    Een taaldenkgesprek is dus geen onderwijsleergesprek. Het gaat niet om een goed of fout antwoord. Het gaat zelfs niet om correcte taal of taalfouten. Centraal staat wat de leerlingen bedoelen. Niet of ze het al in correct Nederlands kunnen zeggen. Door het uitdagende gespreksonderwerp zijn leerlingen zo gemotiveerd dat ze hun uiterste best doen om hun bedoelingen te verwoorden. Ook al kost dat in het Nederlands nog moeite. En daarmee worden ze al doende taalvaardiger.

  • Hoe leren nieuwkomers in taaldenkgesprekken een nieuwe taal?

    De naam ‘taaldenkgesprekken’ zegt het al: leerlingen zijn bezig met taal én met denken. Op beide vlakken worden ze vaardiger.

    Kinderen wíllen communiceren. Vanuit deze behoefte leren kinderen al doende hun moedertaal, en zo kunnen ze nu ook een nieuwe taal leren. Een taaldenkgesprek biedt hiervoor allerlei kansen: leerkracht en leerlingen denken en praten samen, de leerkracht levert rijk taalaanbod én de leerlingen worden uitgedaagd om zelf taal te produceren.

    En juist die uitgedaagde taalproductie is cruciaal. In een goed taaldenkgesprek zijn daarom vooral de leerlingen aan het woord! Iedere leerling doet mee met de taalmiddelen die hij op dat moment heeft. Al doende leert hij nieuwe taal.

    Dat werkt via het ‘taalleermechanisme’. Geprikkeld door een krachtige kwestie, wil de leerling praten. Hij praat uitgebreid op eigen initiatief. Daarbij zet hij alle taalkennis in die hij op dat moment heeft. Soms merkt hij dat hij iets nog niet weet. Het woord voor ‘lokken’ bijvoorbeeld, als hij wil uitleggen hoe je een ontsnapte tijger kunt vangen met vlees. Dat is het moment bij uitstek waarop de leerling aandacht heeft voor taalaanbod en feedback van de leerkracht. Die zegt bijvoorbeeld: ‘Oh, met het vlees kun je hem lokken?’ Dat is precies het woord dat de leerling nu nodig heeft. Hij kan het direct gebruiken en aan zijn taalkennis toevoegen. Dit geldt niet alleen voor inhoudswoorden, maar ook voor functiewoorden en zinsconstructies die nodig zijn om te verwoorden wat je denkt.

    Hieronder is het taalleermechanisme schematisch weergegeven:

     

     

     

     

     

    Om het taalleermechanisme te activeren, is uitgedaagde taalproductie essentieel. Als leerkracht ben je daarbij nodig: je schept ruimte voor uitgebreide taalproductie en je daagt de kinderen inhoudelijk uit.Leerlingen worden door taaldenkgesprekken niet alleen taalvaardiger, maar ook denkvaardiger. Ze praten over wat ze denken en denken samen verder. Ze krijgen meer inzicht in het onderwerp dat ze bespreken. Zo breiden ze hun kennis van de wereld uit.

    Taaldenkgesprekken zijn een krachtig voorbeeld van sociale interactie met rijk taalaanbod en uitgedaagde taalproductie. En uit onderzoek blijkt dit precies nodig te zijn om een (tweede) taal te leren.

    Lees meer over de theoretische achtergrond van taaldenkgesprekken
  • Wat voegen taaldenkgesprekken toe aan expliciet onderwijs in woordenschat en grammatica?

    Taaldenkgesprekken vormen een aanvulling op het expliciete NT2-onderwijs in de nieuwkomersklas. Nieuwkomers leren een heleboel nieuwe taal door expliciet onderwijs, zoals met woordenschat gebeurt. Maar daarnaast kunnen ze ook veel taal leren door taal te gebruiken in allerlei situaties: impliciete taalverwerving. Onderwijs aan nieuwkomers wordt dus sterker als er, naast expliciet NT2-onderwijs, ook ruimte is voor impliciete taalverwerving. En daarvoor zijn taaldenkgesprekken een heel boeiende vorm. Ze dagen de kinderen uit op hun eigen denkniveau, met onderwerpen die voor hen interessant zijn. Dat maakt leerlingen sterk gemotiveerd om hun ideeën in te brengen.

    Om je gedachten precies te verwoorden, is complexe taal nodig. Denk bijvoorbeeld aan de redenering: “Je moet rivierwater koken voordat je het kan drinken, want er zitten bacteriën in.” Zo’n complexe formulering lukt nieuwkomers vaak nog niet. Maar ze kunnen hun gedachten ook met minder woorden uitdrukken: “Water. Vieze beestjes. Koken. Drinken.” Dankzij de context kun jij als leerkracht begrijpen wat de leerling bedoelt. En in je feedback laat je horen hoe het in completer Nederlands klinkt. Zo hoort de leerling de signaalwoorden die complexe taaldenkrelaties markeren: omdat, want, maar, dus, als… dan. Al pratende gaat het taalleermechanisme in werking en doet de leerling nieuwe kennis van de taal op.

  • Kun je dit soort gesprekken voeren als kinderen nog weinig Nederlands spreken?

    “Ja, dat kan! Leerlingen kunnen al met een paar woorden duidelijk maken wat ze bedoelen. Ze zetten alles wat ze al weten van het Nederlands in en vullen dat aan: met handelingen, gebaren, plaatjes, Engels of hun eigen taal. Allemaal hulpmiddelen om hun bedoeling over te brengen! Jij als leerkracht helpt om die bedoeling zo duidelijk mogelijk te verwoorden. En al doende… worden leerlingen taalvaardiger in het Nederlands!
    Schep zo snel mogelijk een band met leerlingen en speel in op hun behoefte tot communicatie. Spreek kinderen aan op hun eigen denkniveau. Een ‘natuurlijk’ gesprek biedt kinderen kansen om zich uit te drukken, om erbij te horen, om serieus genomen te worden. Het haalt de aandacht even weg van ‘die lastige taal’. Het gaat nu om de inhoud, om wat de kinderen bedoelen.”

Praktijkvoorbeelden en didactiek

Didactiek van taaldenkgesprekken

Praktijkvoorbeelden taaldenkgesprekken

Deel deze pagina