Nieuws
Alle nieuwsitems voor voortgezet onderwijs
Interview en opname Kees Hoogland
Bredere blik op reken- en wiskundeonderwijs
Studiedag LOWAN 2023
Op de studiedag van LOWAN-vo op 20 november sprak Kees Hoogland, professor en lector HU over:
Rekenen – wiskunde is intercultureel. Maak er gebruik van!
LOWAN in gesprek met Kees Hoogland, lector Wiskundig en Analytisch Vermogen van Professionals aan de Hogeschool Utrecht. Zelf zegt hij dat hij al zijn hele leven is gefascineerd door hoe mensen omgaan met de kwantitatieve kant van de wereld. Daarom heeft hij wiskunde gestudeerd en is wiskundeleraar geworden met speciale interesse voor kwetsbare jongeren. Zijn passie is om de wereld van getallen voor iedereen toegankelijk te maken.
Wat is je visie op de doelstellingen in het reken-wiskundeonderwijs?
Er zijn heel veel doelstellingen binnen het reken-wiskundeonderwijs. Ooit was wiskunde op school een voorbereiding op een studie in de wiskunde. Ik denk hierbij aan het theezakjesmodel; het wiskundeonderwijs op de havo is een slap aftreksel van het wiskundeonderwijs op het vwo en zo verder. Totdat je op het praktijkonderwijs denkt: ‘waar zijn we mee bezig’.
Voor mij zou één van doelstellingen van het reken-wiskundeonderwijs moeten zijn: Hoe bereid je jongeren voor op het functioneren als burger en professional in het latere leven als het gaat om alles wat te maken heeft met de kwantitatieve kant.
Niet alleen kwalificatie maar ook socialisatie is een belangrijk onderdeel, want getallen worden ook in het dagelijkse leven heel veel gebruikt. Rekenen-wiskunde gaat om het begrijpen van de taal erachter. Reken- en wiskundeonderwijs is tot nu toe veel te vaak een selectie-instrument geweest, dit leidt alleen maar tot reken- en wiskundeangst. Voor docenten is het vaak een automatisme om de deficiëntie-gedachte op kinderen toe te passen en te denken in hiaten en achterstanden Maar leerlingen zouden juist zelfbewust eigenaar moeten zijn van hun eigen reken-wiskundeontwikkeling.
Op welke manier zie je de invulling van het rekenonderwijs op de ISK?
Deze jongeren hebben al levens- en onderwijservaring opgedaan, met die diverse mix komen ze binnen. De leerlingen zijn niet alleen divers op rekenniveau maar ook op psychologische factoren, zoals zelfbeeld, doorzettingsvermogen, fouten durven maken en rekenangst.
Wil je richting rekenen waar zij zelf eigenaar van zijn dan zul je tijd vrij moeten maken voor een empathisch rekengesprek:
– Hoe ga je om met getallen?
– Welke getallen zijn belangrijk in je leven?
– Hoe ga je om met tijd?
– Hoe ga je om met geld?
– Getallen die je weet bij je lichaam?
– Enz.
Dit empathisch rekengesprek kan plaatsvinden in een 1-op-1 situatie of in een klein groepje.
Dit neem je dan als uitgangspunt. Pas na dit gesprek kun je eventueel instaptoetsjes afnemen, waarbij taal en sfeer heel belangrijk zijn. Als je zegt: ‘Ik ben ontzettend benieuwd naar wat jij kan/We zijn geïnteresseerd in wat je meebrengt’, reduceert dit de rekenangst.
Van hieruit kun je gaan werken aan de basisvaardigheden en rekenen ook meer als onderdeel van burgerschap gaan zien. Maar doorstroom naar een reguliere vo of mbo school blijft een uitdaging. Daar zit een groot spanningsveld; het reguliere onderwijs zegt: ‘Er zijn nu eenmaal toetsen en daarom moeten we dit en dit doen.’ Maar is dit effectief?
Ik zie het als volgt: Aan de ene kant moet je opleiden om je te kunnen redden in de maatschappij en aan de andere kant moet je specifieke vaardigheden tonen, die het onderwijs vraagt. Dit vraagt om een bredere blik op het reken- en wiskundeonderwijs.
Je zou een tweesporenbeleid kunnen inrichten. Bijvoorbeeld door één lesuur ruimte te creëren voor de nieuwe koers en twee lesuren de dingen te blijven doen zoals je al deed. Om van koers te wijzigen moet je je realiseren dat de drempel voor docenten hoog kan zijn.
Hoe zou je zo’n nieuwe koers kunnen invullen?
Mogelijkheden zijn:
– Praatplaten,
– Foto’s maken van situaties
– Praktische rekenlessen buiten de school, in de supermarkt, op het station, enz.
– Persoonlijk rekenschriftje maken,
– Etentje voorbereiden
– Spelletjes
Waar gaat rekenonderwijs over in wiskundeonderwijs?
Internationaal gezien is er geen onderscheid tussen reken- en wiskundeonderwijs. In het buitenland maakt men in de benaming geen onderscheid. Cognitief zit het in dezelfde hoek. In Nederland zal de benaming rekenonderwijs in de toekomst ook minder belangrijk worden.
Zo gaan de nieuwe kerndoelen voor het primair onderwijs en onderbouw vo waarschijnlijk wiskundedoelen heten.
Er zijn al stappen gezet om rekenonderwijs praktischer en daardoor ook studentvriendelijker te maken. Wat zijn de specifieke wijzigingen die zijn doorgevoerd in bijvoorbeeld de nieuwe rekeneisen binnen het mbo?
In een notendop: de vijf inhoudelijke domeinen zijn functionele domeinen; er zit in elk domein nu een werkwoord, zoals herkennen, gebruiken. Het domein getallen is geschrapt want in alle domeinen komen getallen voor. Alle doelen zijn nu zichtbare gedragsdoelen.
Er wordt aangegeven dat thematisch werken belangrijk is. Alle bestaande hulpmiddelen mogen te allen tijde gebruikt worden, onder andere de rekenmachine.
Wat is volgens jou nodig binnen het onderwijs om de bewustwording van een andere lesaanpak bij docenten te vergroten?
Proberen te overtuigen werkt niet. Duurzame gedragsverandering kun je alleen realiseren door het creëren van nieuwe ervaringen. Tot nu toe heb ik alleen succesvolle innovaties gezien waarbij proeftuintjes worden georganiseerd.
Start met een kleine groep gedreven docenten, geef hen ruimte en tijd om dit te ontwikkelen, zij kunnen zorgen voor een andere dynamiek in de school en kunnen steeds meer collega’s enthousiasmeren.
Waar kunnen lezers van dit interview die zich meer willen verdiepen in deze werkwijze informatie vinden?
Vernieuwde rekenmethodes mbo geven al een aardig beeld hoe je stappen kan zetten in een klassikale omgeving.
Op de website www.gecijferdheidteltmee.nl (eigenlijk gemaakt voor volwassenen) staan ook veel tips, praatplaten en informatie die in lessen gebruikt kunnen worden.
Ook is het mogelijk als docent de basisopleiding Docent rekenen/gecijferdheid vo/mbo te volgen op de Hogeschool te Utrecht.
De studielast is 280 uur, het gaat om 1 middag les per week gedurende 5 maanden plus praktijkopdrachten. Als je al een onderwijsbevoegdheid hebt dan geeft deze basisopleiding een extra bevoegdheid als rekendocent.
Tip van Kees
Benut culturele verschillen. Kom er met je leerlingen over in gesprek.
Waarom zeggen wij tegen 2351 drieëntwintighonderdeenenvijftig. Dit is in sommige culturen volkomen onbegrijpelijk. In de Aziatische cultuur zit het positiestelsel al in de taal verweven. Zij spreken van twee duizend-drie honderd-vijf tien-een.
Wanneer herken je een 7 nog als een 7 of een 4 als een 4. Een andere cultuur heeft soms een andere schrijfmotoriek of een andere schrijfrichting.
ffRekenen MBO nieuw, neem een kijkje
ffRekenen MBO is ontwikkeld voor (jong)volwassenen.
De methode biedt écht functioneel rekenen in zo authentiek mogelijke contexten en met een minimum aan taal.
ffRekenen MBO dekt de nieuwe rekeneisen voor het MBO op niveau 2, 3, en 4.
Binnenkort wordt nog een instapniveau (referentieniveau 2A) toegevoegd.
Neem als ISK-docent een kijkje in het lesmateriaal
Iedere geïnteresseerde in ffRekenen kan met een Entree- of een Google-account inloggen en heeft dan drie weken lang volledige toegang.
Ga naar www.ffrekenen.nl voor meer didactische informatie, contactgegevens en downloads.
Gratis docentenaccounts (voor toetsen en volgsysteem) kunnen worden aangevraagd via de Helpdesk. .