Nieuws
Alle nieuwsitems voor primair onderwijs
Burgerschapsonderwijs: bouwen aan democratische waarden
Hoe ga je met nieuwkomers in gesprek over democratische waarden? Wat zijn verschillen en overeenkomsten? En hoe kun je burgerschapsthema’s gebruiken om ervoor te zorgen dat nieuwkomersleerlingen hun plek vinden in het nieuwe land. In dit artikel helpen we je op weg aan de hand van de termen: ‘burgerschap definiëren’ en ‘visie formuleren’. Natuurlijk mag aandacht voor de Internationale dag van de rechten van het kind (20 november) niet ontbreken.
Een gezamenlijke visie als fundament
Het definiëren van burgerschap en het formuleren van een visie zijn essentiële stappen voor elke school. De leerlingenpopulatie vormt daarbij het uitgangspunt. Volgens de Handreiking: Burgerschap voor nieuwkomersvoorzieningen is dit stap 1. Stap 2 biedt vervolgens richtvragen om als team in gesprek te gaan over wat burgerschap betekent binnen jullie context.
Denk bijvoorbeeld aan:
- Wat vinden jullie als team belangrijke waarden en normen om over te brengen? Hoe beïnvloeden deze waarden en normen jullie onderwijs?
- Wie is de leerling die de school straks verlaat: welke houding en vaardigheden heeft deze leerling volgens jullie op zak?
- Welke maatschappelijke gebeurtenissen hebben invloed op jullie school?
Democratische waarden als uitgangspunt
Ga met het team op een aantal vaste momenten in het jaar in gesprek over Burgerschap. Neem daarin mee wat van iedereen belangrijke democratische waarden zijn. Komt dit voor het hele team op hetzelfde neer? Wat zijn van daaruit de belangrijkste democratische waarden die in school door de leerlingen ervaren moeten worden?
Maak het concreet en niet te groot. Start bij nieuwkomervoorzieningen altijd met de vraag: wat willen wij onze leerlingen leren in de periode dat ze bij ons op school zijn?
Tip: Internationale dag van de rechten van het kind (20 november)
Een goed moment om juist op deze dag aandacht te besteden aan democratische waarden en het Kinderrechtenverdrag. Bespreek het belang van kinderrechten, dit zal ongetwijfeld leiden tot een gesprek over vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Hoe ervaren de leerlingen dit op school? Mogen zij vrij denken wat ze willen en mogen zij een eigen mening hebben?
Taaldenkgesprek over een prikkelende kwestie
Voer taaldenkgesprekken en leg een prikkelende kwestie voor die aansluit bij onze democratie en onderwerp van dit moment, de aankomende verkiezingen.
Voorbeeld:
- Bovenbouw: Moet je altijd stemmen op wat jij zelf belangrijk vindt, of ook op wat goed is voor een anderen?
- Onderbouw: Moet je altijd kiezen voor waar jij het liefst mee wilt spelen, of ook op wat anderen leuk vinden?
Laat leerlingen in kleine groepjes onder begeleiding in gesprek gaan. Bied interactieve taalsteun: geef feedback door de taaluitingen te herformuleren en bied oefenruimte waarbij alle talen gesproken worden; denk ook aan non-verbale ondersteuningen.
Samenhang met de LOWAN-leerlijnen
Dit voorbeeld sluit aan bij de LOWAN-leerlijnen en biedt je leerlingen een veilige omgeving waarin zij hun mondelinge taalvaardigheid en woordenschat actief kunnen ontwikkelen.
Mondelinge Taalvaardigheid
De leerling…
- toont interesse in de ander, gaat interactie aan
- doet verbaal/non-verbaal actief mee aan gesprekken in kleine en of grote groepen
Woordenschat
De leerling…
- is erop gericht om de woordenschat productief in een veilige omgeving te gebruiken