main-logo
Leerlijnen groep 3 tot 8
Leerlijnen PO

Voor het nieuwkomersonderwijs

Woordenschat

Woordenschat is onlosmakelijk verbonden aan elk domein. De woordenschat is de voorraad woorden die je kent (de kennis): begrijpt of gebruikt. Deze kennis is opgeslagen in het brein.  

Zonder kennis van woorden is het niet mogelijk te luisteren, te spreken of gesprekken te voeren. Echter speelt woordenschat ook een grote rol bij schriftelijke taal (lezen en schrijven). Zonder woordkennis is het bijvoorbeeld onmogelijk om een logisch verhaal te schrijven. Woordenschatontwikkeling is uitbreiding van kennis en is geïntegreerd in alle vakken en alle (speel)leermomenten. 

Meer informatie
  • Hoe gebruik ik de leerlijn woordenschat?

    Voor dit domein is de leerlijn voor groep 3-8 ontwikkeld en bevat de opbouw van voorwaardelijke doelen tot aan de extra streefdoelen voor de gehele leeftijdsgroep van 6 tot 12-jarigen. De woordenschat leerlijn is zo samengesteld dat alle doelen herhaald en steeds complexer kunnen worden aangeboden. Waardoor de leerling de vaardigheid steeds beter beheerst en in een steeds complexere taak kan toepassen. De ‘swirl’ (de draaikolk in de vormgeving) op de doelenkaart visualiseert dit. De aanbodsdoelen woordenschat zijn van toepassing tijdens de woordenschatlessen. Daarnaast sterk aanbevolen om deze ook tijdens de verschillende vakgebieden en tijdens alle schoolmomenten aan bod te laten komen.   

  • Waarom zijn de doelen verdeeld in voorwaardelijke, minimale doelen, streefdoelen en extra streefdoelen?

    De ontwikkellijnen kleuters en de leerlijnen 3-8 zijn verdeeld in voorwaardelijke doelen, minimale doelen, streefdoelen en extra streefdoelen. Deze verdeling is ondersteunend bij het hebben van hoge en realiseerbare verwachtingen van nieuwkomersleerlingen. En om ervoor te zorgen dat de nieuwkomersleerling zo snel en zo goed mogelijk kan aansluiten bij leeftijdsgenoten. Daarnaast biedt het ondersteuning bij het bepalen van het doorstroomniveau per vakgebied. De leerlijnen met daar bijhorende doelen zijn ontwikkeld voor alle eerstejaars nieuwkomers, van ongeschoold tot geschoold. 

    De voorwaardelijke doelen zijn de doelen die voorwaardelijk zijn om de minimale en streefdoelen te kunnen behalen en vormen de basis. 

    De minimale doelen zijn de doelen die alle nieuwkomersleerlingen in het eerste jaar dat zij onderwijs in Nederland volgen ten minste moeten behalen. Lukt dit niet dan is het erg belangrijk om extra na te gaan welke onderwijsbehoeften de nieuwkomersleerling heeft en waarom deze leerling zich minder snel ontwikkelt m.b.t. desbetreffend vakgebied. 

    De streefdoelen alle leerlingen zijn de doelen die voor alle nieuwkomersleerlingen in het eerste jaar dat zij onderwijs in Nederlands volgen worden nagestreefd. Deze doelen zijn daarmee de richtlijn van wat er na één jaar onderwijs kan worden verwacht. 

    De extra streefdoelen zijn de doelen voor de leerlingen die meer aankunnen, nog sneller door de leerstof kunnen of die over veel onderwijservaring, vaardigheden en kennis beschikken. 

Animatie

Hoe werk je met doelen?

Hiernaast zie je Nada. Nada start nieuw op een school, ze is 9 jaar.
Over een jaar is Nada 10 jaar en verwachten we dat ze doorstroomt naar groep 6.

In de animatie zie je hoe de leerkracht dit aanpakt.

  • Eerste 3 weken observatieperiode + vaststellen beginsituatie
  • Daarna bepalen leerdoelen komende periode
  • Op basis van de leerdoelen wordt de aanpak en instructie bepaald
  • Na de periode kijken wat Nada wel/niet kan
  • Leerdoelen bepalen voor de komende periode

Leerlijnen Woordenschat

Leerlijn Woordenschat (leeftijd 6-12 jaar) - 1MB

Werken met de leerdoelen

  • Stap 1: Beginsituatie bepalen en doelen stellen

    Per domein bepaal je voor de leerlingen in jouw groep aan welke leerdoelen ze de komende onderwijsperiode gaan werken. Je werkt hierbij op de langere termijn toe naar doorstroom naar het regulier onderwijs.

    Je stemt de doelen af op de leeftijd van de leerlingen. Ook kijk je hoe je kunt inspelen op eventuele onderwijservaring. Van welke kennis en competenties kunnen leerlingen gebruik maken?

  • Stap 2: Onderwijsaanbod afstemmen en uitvoeren

    Op basis van de leerdoelen bepaal je het onderwijsaanbod. Welke onderdelen uit de methode en welke materialen sluiten het beste aan? Je kijkt steeds welke instructie en oefeningen nodig zijn, zodat de leerlingen de volgende stap in hun ontwikkeling kunnen zetten.

  • Stap 3: Monitoren

    Je houdt de vorderingen van de leerlingen bij door observatie en toetsing. Je kijkt hierbij niet alleen naar toetsscores, maar vooral ook naar leerdoelen. Zijn die behaald? En in welke mate worden ze beheerst? Ook monitor je het tempo waarin leerlingen leerdoelen behalen.

  • Stap 4: Evalueren en bijstellen

    Tijdens en na elke onderwijsperiode kijk je waar de leerlingen in hun ontwikkeling staan. In hoeverre zijn de leerdoelen behaald? Je stelt nieuwe doelen voor de komende periode vast en past daar het onderwijsaanbod opnieuw op aan.

Met de leerlijnen voor nieuwkomers kun je een leerroute samenstellen die rekening houdt met de kennis, vaardigheden én behoeftes van elke leerling. Zo zorg je voor een zo goed mogelijke aansluiting bij leeftijdsgenoten in de reguliere klas.

Zie ook

Leerlijn mondelinge taal

Leerlijn rekenen

Deel deze pagina