Nieuwe leerling
Met elkaar in gesprek over diverse zaken om de visie te versterken.
De kwestie
In de klas van juf Kiet komen twee nieuwe kinderen binnen: Jorj en Maksem. Ze vallen onverwacht binnen, en Kiet moet al improviserend een intake doen. De school heeft een intake procedure, alleen vandaag gaat het anders. Soms is dit het geval. Ook voor juf Kiet is dit niet ideaal. De vragen na het filmpje gaan over hoe jullie de intake procedure willen vormgeven.
Bespreek kort het fragment
Bespreek kort met elkaar wat je opviel aan het fragment. |
Vragen om met elkaar te bespreken
-
Hoe zouden jullie willen dat de intake procedure vormgegeven wordt?
Hoe gaat de eerste kennismaking? Is er koffie/water of moet er eerst een afspraak gemaakt worden? Wie doet het gesprek met de ouders/leerling? Stel dat er geen gezamenlijke taal is, hoe gaat het dan? Zit de leerling bij dit gesprek? Wordt er een rondleiding gegeven? Hoe wordt de informatie over de school gedeeld? Wanneer start de leerling in de klas?
-
Wat zou er minimaal in een gesprek met ouders gevraagd moeten worden?
De eerste kennismaking met ouders is belangrijk. Het is belangrijk dat ouders zich prettig en welkom voelen op de school. Hierdoor zal ook de leerling zich eerder prettig voelen op de school. In dit eerste gesprek wil je vast meer weten over de ontwikkeling van het kind qua taal, fysiek en sociaal emotioneel. Tevens wil je vast weten of de leerling al eerder naar school is geweest en hoe dit ging. Een tip is om de vragen weer te geven in een intake formulier.
-
Wat moeten ouders minimaal over de school weten? Wat verwachten we van ouders?
Maak ouders wegwijs door de school. Hoe doe je dit? Sommige scholen laten ouders de eerste dag meedraaien zodat ze een goede indruk krijgen, anderen hebben een filmpje. Informatie met veel plaatjes of in een taal die de ouders beheersen is ook een goed idee. Wat verwacht je van ouders? Geef dit aan.
-
Wat vergroot de veiligheid voor een leerling?
De eerste periode is een ‘wenperiode’. Het is belangrijk dat de leerling zich veilig gaat voelen. Wat vergroot de veiligheid? Dit kan structuur zijn (maak de structuur inzichtelijk voor de leerling), een maatje die dezelfde taal spreekt of een maatje die qua leeftijd goed matcht. In deze eerste periode kan de leerkracht observeren wat de leerling goed kan en waar hij moeite mee heeft.
-
Hoe kan je de eerste 10 minuten van een leerling in een klas vormgeven?
De leerling komt voor het eerst de klas binnen. Komen de ouders mee? Is er een extra collega bij? Zitten de leerlingen in een kring? Of gaat de leerling eerst zitten aan een eigen tafel? Krijgt de leerling meteen een rondleiding door de school (waar is de wc, buitendeur, schoolplein etc..). Is er iets herkenbaars voor de leerling in de klas (vlag, naam leerling)?
-
Hoe verlopen de eerste 3 weken van een leerling op school?
Hoe zijn de eerste 3 weken? Start de leerling meteen met het programma van klanken, mondelinge taal en rekenen? Of is er eerst een wenperiode waarin de leerling met bijv. kapla aan het werk gaat. Wanneer stelt de leerkracht het ontwikkelingsperspectief op?
-
Wat mag de leerling in zijn thuistaal doen? Hoe weet hij dat?
Mag de leerling in zijn eerste taal spreken? Mag dat de hele dag door? Hoe weet de leerling dit?
-
Hoe breng je de beginsituatie in kaart? Hoe kom je er achter wat de leerling al weet?
Wat wil je weten qua beginsituatie in de eerste 3 weken? En hoe ga je dit vaststellen?