Nieuws
Alle nieuwsitems voor primair onderwijs
Nieuwkomers en toetsen

In onderwijs aan nieuwkomers maken we gebruik van toetsen. Dat helpt bij het in kaart brengen van de ontwikkeling van leerling. Toetsen zijn meestal ontwikkeld voor reguliere leerlingen. Nieuwkomers zijn de Nederlandse taal nog aan het leren de mate van de kennis van de nieuwe taal is van afname mogelijkheden van een toets. In de handleiding van de toetsen staat vermeld wanneer welke aanpassingen zijn toegestaan. Helaas zijn nieuwkomers daarin niet in opgenomen. LOWAN krijgt veel vragen over hoe je passend kan toetsen en waar je de regels vindt. In dit artikel nemen we jou mee naar het belang van passend toetsen, hoe je dat kan doen en wat er nodig is om dit vast te leggen in beleid.
Belang van toetsen
We toetsen leerlingen om te meten of zij hebben geleerd hebben wat zij moesten leren en hun vorderingen in kaart te brengen. Daarbij helpt het toetsen om inzicht te krijgen in wat de leerling nog moet leren, de instructies/lessen effectief waren en het onderwijsaanbod voldeed. We kunnen de resultaten vergelijken met de individuele leerling, de groep en het landelijk gemiddelde.
Wat verstaan we onder passend toetsen?
Wanneer we leerlingen toetsen doen we dat met toetsen die aansluiten bij het niveau waarop de leerling de leerstof kreeg aangeboden. Bijvoorbeeld: Nada heeft bij spelling de leerstof van midden groep 4 aangeboden gekregen, dan neem een M4 toets af. Bij rekenen kreeg zij de leerstof tot en met eind groep 6 aangeboden, dan neem je een E6 toets af.
Wat zijn de regels omtrent toetsen?
De Inspectie van het Onderwijs verwacht dat je de ontwikkeling van leerlingen volgt en evalueert en hier je onderwijs op afstemt. Op die manier zorg je voor een ononderbroken ontwikkeling. Hoe je dat doet, bepaal je op schoolniveau. Voor het vastleggen van de gegevens is een school verplicht dit te doen in een leerlingvolgsysteem (sinds 2014/2015). Sinds het schooljaar 2023/2024 zijn scholen verplicht om een doorstroomtoets af te nemen. Nieuwkomers korter dan vier jaar in Nederland die onvoldoende Nederlands spreken om de doorstroomtoets te maken mogen daarvan worden ontheven.
Wat zegt het Onderzoekskader 2021 (aug. 2024)?
Resultaten: ‘Op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie moet aan de hand van de resultaten op de kernvakken Nederlandse taal en rekenen/wiskunde de school aantonen dat aan de gestelde ambitieuze streefniveaus is voldaan’. (waarderingskader type 1-2)
Toetsen: Valt de nieuwkomersleerling onder het reguliere waarderingskader dan staat er dat er voor de kennisgebieden taal en rekenen/wiskunde genormeerde toetsen moeten worden gebruikt.
Resultaten: De eindresultaten moeten op de kernvakken Nederlandse taal en rekenen/wiskunde voldoen aan de gestelde norm. De eindresultaten worden verkregen uit de verplichte doorstroomtoets. Wordt het resultaat van een leerling niet meegenomen, omdat deze bijvoorbeeld ontheven is (korter dan 4 jaar in Nederland), dan wordt er als oordeel ‘niet te beoordelen’ ingevoerd.
Wat zijn betrouwbare en valide toetsen?
Een toets is betrouwbaar en valide wanneer je deze afneemt zoals de handleiding dat voorschrijft (IvhO, 2021) Begrijpelijk, zo krijg je betrouwbare resultaten die met elkaar te vergelijken zijn. Denk kritisch na of een toets passend is, meet wat je wilt meten en wat het vraagt van een leerling die de Nederlandse taal nog aan het leren is.
Wat zijn genormeerde toetsen?
Rijksoverheid geeft op hun website overzicht van de LVS-toetsen die zijn goedgekeurd. Onderaan dit artikel bij ‘Meer weten?’ daarvoor de link.
Welke keuzes kan je maken?
Hoe je de ontwikkeling van de leerling in beeld brengt mag je zelf bepalen. Je bepaalt als school welke toetsen, observaties en/of andere middelen je daarvoor gebruikt. Vraag je daarom altijd af of de toets die je gebruikt meet wat je wilt meten. Kies indien nodig een andere toets, observatie of middel.
Wat als we de toets aanpassen?
In het onderwijs aan nieuwkomers is het de vraag of je de leerling hulpmiddelen mag aanbieden bij het maken van de toets of de toets aan te passen. Bijvoorbeeld de toets voorlezen, te vertalen, laten opzoeken van woorden, de rekensom in het Nederlands te vereenvoudigen of meer tijd geven bij een leestoets. Doe je dat, let op: de toets is dan niet meer betrouwbaar zoals de handleiding dat voorschrijft. Geef dit daarom goed weer bij bijvoorbeeld het resultaat en de analyse.
Bied je de nieuwkomer ondersteuning bij een toets dan is het goed om deze ondersteuning af te bouwen. De nieuwkomer maakt na vier jaar in Nederland de doorstroomtoets die meetelt in de eindresultaten.
Schoolbeleid: toetsen
Leg in het schoolbeleid per vakgebied vast welke (toets)instrumenten wanneer worden gebruikt. Neem daarin bovenstaande informatie mee. En de afspraken over de afname (hulpmiddelen, ondersteuning, interpretatie van de resultaten etc.)
Observeren en toetsen
Op onze website vind je een informatieve pagina die scholen helpt bij het kiezen van passende toetsen, observaties en andere middelen om de ontwikkeling van nieuwkomers in beeld te brengen.
Denk aan:
- Summatieve toetsen om leerprestaties te beoordelen vaak met een cijfer of een niveau.
- Formatieve toetsen hebben tot doel het leerproces te verbeteren. In gesprek met de leerling geef je feedback en bijsturing tijdens het leerproces.
- Methode afhankelijke toetsen geven zicht op of de leerling de aangeboden leerstof uit de methode heeft begrepen.
- Methode-onafhankelijke toetsen zijn toetsen die een beeld geven wat het niveau van de leerling en hoe de leerling ten opzichte van de leeftijdsgenoten.
Lage toetsresultaten
LOWAN krijgt regelmatig de vraag: Hoe gaan we om met vervolgscholen die de toetsresulaten van de nieuwkomersleerling laag vinden? Dit werkt soms belemmerend bij de doorstroom. Zorg dat de vervolgschool zicht krijgt op de ontwikkeling van de leerling en hoe de gegevens te lezen zijn.
Tips:
- Ga tijdig in gesprek met een vervolgschool;
- Leg uit hoe de toetsresultaten te interpreteren zijn, verwijs naar het ‘Meerjarenmodel in drie fasen’;
- Maak de ontwikkeling inzichtelijk door een weergave van het startniveau en het huidige niveau (leerrendement);
- Geef een zo volledig mogelijk kindbeeld: jouw beeld van de leerling, de leerpotentie en de bevorderende en belemmerde factoren;
- Vertel waarom toetsen en de resultaten niet altijd passend zijn bij nieuwkomers;
- Zorg voor een warme overdracht als de leerling doorstroomt.